Bulken is in principe meer eten dan dat je verbrandt. Je eet dus in een calorieoverschot. Op deze manier krijgt je lichaam de kans om te groeien.
Tijdens het bulken zit je dus constant in een calorieoverschot, zodat je spiermassa op kunt bouwen. Hier draait het om bij het bulken. Het tegenovergestelde van het bulken is het cutten, waarbij je constant in een calorietekort zit.
Met een klein calorieoverschot kun je er al voor zorgen dat je spiermassa opbouwt. Waar veel sporters denken: hoe meer ik eet, hoe sneller ik spiermassa aan kom, is het tegendeel dus waar.
Tijdens het bulken is het onvermijdelijk dat je ook wat vet aan komt. Dit kun je dus beperken door een klein calorieoverschot te hanteren. Hanteer jij een groot calorieoverschot, zal je ook meer vetmassa aankomen! Dit is iets wat je zoveel mogelijk wilt voorkomen.